Bezette gebieden

De Europese Unie heeft in 2014 sancties ingesteld tegen Rusland vanwege de Russische annexatie van de Krim. Recentelijk – in december 2017 – werden deze sancties opnieuw voor zes maanden door de EU-leiders verlengd. De regering-Poetin peinst er immers niet over om de Krim ‘terug te geven’ aan Oekraïne. In tegendeel, er is inmiddels een 19 kilometer lange brug gebouwd tussen Russisch grondgebied en de Krim om daarmee het schiereiland verder te integreren in de Russische economie en samenleving.
    Sinds 1967 houdt Israël gebieden bezet, die het tijdens de zogeheten Zesdaagse Oorlog op Arabische buurlanden veroverde. Deze ‘bezette gebieden’ zijn sindsdien onderwerp geweest van een allerhande resoluties en veroordelingen. Door verschillende internationale organisaties is Israël keer op keer opgeroepen deze gebieden op te geven. Ook de wijze waarop Israël de ‘bezette gebieden’ bestuurt is regelmatig onderwerp geweest van kritiek. De Oslo-akkoorden van 1993 voorzagen in Palestijns zelfbestuur en de oprichting van een Palestijnse Autoriteit (op de bezette Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook), maar van een dergelijke ‘tweestaten-oplossing’ is door vooral Israëlische obstructie niet veel terecht gekomen. (Zie ook mijn bijdrage aan het najaarsnummer-2018 van Maarten!.)
    In de afgelopen jaren zijn de meeste West-Europese landen kritischer over Israël gaan oordelen. Verscheidene EU-lidstaten (naast Zweden vooral Oost-Europese) hebben de Palestijnse staat inmiddels erkend. De Europese Unie is bovendien een van de belangrijke donoren van humanitaire hulp aan de Palestijnse gebieden. Maar in politiek opzicht blijft de EU terughoudend – mede door interne verschillen van mening. De Unie houdt vast aan de twee-statenoplossing, maar aarzelt de druk op Israël op te voeren. Bijvoorbeeld door sancties, die betrekking hebben op producten uit de bezette gebieden.
    Het merkwaardige is dat er eigenlijk minder aanleiding lijkt te zijn voor Krim-sancties dan voor sancties met betrekking tot de ‘bezette gebieden’. De meeste waarnemers gaan ervan uit dat de meerderheid van de Krim-bevolking voorstander was van aansluiting bij Rusland. Men kan toch moeilijk volhouden dat er in de Palestijnse gebieden een met de Krim vergelijkbare instemming met de bestaande situatie heerst, en met name met het Israëlische optreden.
    Nu valt er van alles af te dingen op sancties. Vaak helpen ze niet om een gesteld doel te bereiken. Dat lijkt met betrekking tot de Krim zeker het geval: de Russen zullen de Krim nooit teruggeven. Meest overtuigende argument voor Krim-sancties is niettemin dat de EU geen maatregelen kan nemen die een erkenning van het Russische gezag over de Krim impliceren (paspoorten, handelsbetrekkingen e.d.). Maar dat zou dan ook moeten gelden voor de door Israël bezette gebieden, bijvoorbeeld voor de import van waren die in de bezette gebieden zijn geproduceerd. Waarom het een wel, en het ander niet?

Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen

Zinloos bombardement op Syrië

Op 14 april voerden de Verenigde Staten, Frankrijk en Groot-Brittannië gezamenlijk bombardementen uit op doelen in Syrië. Er werden meer dan honderd raketten afgevuurd. De actie was een antwoord op de mogelijke inzet van gifgas in de Syrische stad Douma. Volgens de Franse president Macron was de aanval een groot succes. Het arsenaal aan chemische wapens van het Assad-bewind zou flink zijn beschadigd. Maar de meeste militaire deskundigen concludeerden dat de aanval nauwelijks impact had gehad. De westerse landen wilden de in Syrië aanwezige Russen dan ook niet al te zeer tegen zich in het harnas jagen.
   Daarmee laat het ingrijpen een bittere nasmaak achter. Om verschillende redenen. Het bombardement was in de eerste plaats zinloos. Macron en de Britse premier May erkenden volmondig dat de aanval op geen enkele wijze bijdroeg aan een beëindiging van de nu al jaren aanhoudende burgeroorlog in Syrië. En daar zou het toch vooral om moeten gaan. Het bombardement was vooral bestemd voor de binnenlandse bühne. Het moest de reputatie van de drie betrokken leiders – Trump, May en Macron – weer wat op te vijzelen. Een wrang detail: de Amerikaanse luchtmacht testte klaarblijkelijk ook een nieuwe wapentype, een ‘onzichtbare raket’.
   Het bombardement was niet gebaseerd op een besluit van de VN-Veiligheidsraad en daarmee dus in feite strijdig met het internationaal recht. Het was niet de eerste keer dat de leidende westerse landen de Veiligheidsraad passeerden. Dergelijk eenzijdig optreden tast het gezag van de VN en de Veiligheidsraad aan. Dat zal president Trump overigens een zorg zijn: die heeft niet veel op met de Verenigde Naties.
    De bittere ironie is dat de westerse landen met hun zwalkende beleid van de afgelopen jaren medeverantwoordelijk zijn voor de uitzichtloze situatie die in Syrië is ontstaan. Aanvankelijk was hun optreden gericht op het stimuleren van het verzet tegen het Assad-bewind. Na de opkomst van de nietsontziende Islamitische Staat, veranderde de koers naar bestrijding van IS, in een ongemakkelijke coalitie met de Russen, die juist uit zijn op handhaving van het Assad-bewind. De anti-IS coalitie had succes, maar dat leidde er mede toe dat Assad weer de overhand kreeg in de burgeroorlog.
   Overigens moet worden opgemerkt dat sommige deskundigen er niet van zijn overtuigd dat het gisgasbombardement het werk van Assad en de zijnen was. Er heeft wellicht zelfs niet eens zo’n gifgasbombardement plaatsgevonden. Maar zelfs als Assad wel schuldig is – en dat is natuurlijk bepaald niet uitgesloten – dan toont het westerse bombardement vooral de onmacht een daadwerkelijke bijdrage te leveren aan de beëindiging van de afschuwelijke burgeroorlog in Syrië.

Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen

Opluchting over Macron

De eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen heeft geleid tot grote opluchting. De progressief-liberale en pro-Europese kandidaat Emmanuel Macron wist FNL-leidster Marine Le Pen enkele procenten voor te blijven. Eerste opiniepeilingen voorspelden bovendien in de tweede ronde een ruime overwinning voor Macron. In Brussel slaakten de prominenten van de Europese Unie een zucht van verlichting. Dat was ook het geval in andere Europese hoofdsteden, zoals Berlijn.
  Toch lijkt alle opluchting enigszins voorbarig. Nog even afgezien van de vraag of Macron het echt zo makkelijk zal krijgen in de tweede ronde, staat de nieuwe Franse president voor een enorme opgave. Macron heeft aangekondigd de Franse economie uit het slop te zullen halen. Maar dat moet vooral gebeuren door neoliberale maatregelen.
  Dus moeten de regels voor het bedrijfsleven worden versoepeld (‘deregulering’). De lonen moeten omlaag, zo ook de belastingen voor ondernemingen. Het arbeidsrecht moet worden versoepeld, zodat werknemers minder bescherming genieten. Er moet drastisch worden bezuinigd op de overheidsuitgaven (tienduizenden ontslagen als gevolg). De pensioenen moeten worden genivelleerd en verlaagd. Tenslotte is Macron een fervent pleitbezorger van handelsliberalisering en open grenzen. Protectionisme heeft geen zin. Het proces van Europese integratie moet nieuw leven in worden geblazen.
  Natuurlijk probeert Macron de sociale pijn die dat alles zal veroorzaken ook te verzachten, door verbetering van het onderwijs, bijscholingsmogelijkheden. Maar zijn plannen, en de ondubbelzinnige keuze voor verdere liberalisering en globalisering, dreigen de tweedeling tussen winnaars en verliezers in de Franse samenleving alleen maar te vergroten.
   Nu wordt de soep naar alle waarschijnlijkheid niet zo heet gegeten. Als Macron de presidentsverkiezingen wint, beschikt hij nog niet over een werkzame meerderheid in het Franse parlement. Belangrijker nog: de onvrede over de sociale gevolgen van Macrons beleidsplannen kan snel om zich heen grijpen. Daar weet de voormalige Italiaanse premier Matteo Renzi – wiens plannen veel overeenkomsten vertoonden met die van Macron – alles van.

Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen