Trump heeft niet gewonnen

Trump heeft de Amerikaanse presidentsverkiezingen eigenlijk niet gewonnen. In meerdere opzichten niet. Hillary Clinton heeft in ieder geval totaal meer stemmen behaald dan Trump, naar alle waarschijnlijkheid zo’n 2 miljoen meer. Het Amerikaanse kiessysteem is dus ‘rigged’, zoals Trump al terecht opmerkte toen hij nog dacht te verliezen. Maar ook in een ander opzicht heeft Trump niet gewonnen. Hij wordt, afgezien van het ‘rigged’ systeem, vooral gekozen tot president omdat Clinton het slecht heeft gedaan. Trump heeft niet gewonnen, Clinton heeft verloren. Zij heeft naar alle waarschijnlijkheid enkele miljoenen stemmen minder behaald dan Obama in 2012 (nog niet alle stemmen zijn geteld), en heeft – in tegenstelling tot de verwachtingen – ook teleurstellend gescoord onder sommige etnische lage-inkomensgroepen groepen zoals de ‘hispanics’.
Er zijn allerlei redenen waarom Hillary Clinton als Democratische kandidaat heeft gefaald. Een daarvan was arrogantie, mede gevoed door misleidende opiniepeilingen (‘ze ging winnen’). Maar er is ook een fundamenteel probleem. De Democratische partij slaagt er niet meer in om de sociale onvrede in de Amerikaanse samenleving, vooral die onder de lagere-inkomensgroepen, te vertalen in een vooruitstrevend en wervend politiek programma. De leiding van de Democratische partij lijkt daar ook niet echt meer in te zijn geïnteresseerd. De helft van de lage- inkomens heeft daardoor naar alle waarschijnlijkheid op Trump gestemd.
In het interessante boek Listen Liberal van Thomas Frank wordt uiteengezet hoe de Democraten in de afgelopen decennia hun ‘working class’ identiteit hebben verloren, het neoliberalisme hebben omarmd, en een soort progressief-liberale partij zijn geworden (liberaal in de Nederlandse zin). Hillary’s echtgenoot Bill heeft daar in de jaren negentig ook het nodige aan bijgedragen (en veel Amerikaanse kiezers zijn dat niet vergeten). Het persoonlijke charisma van Obama en zijn wat meer vooruitstrevende opvattingen hebben deze trend bij de verkiezingen van 2008 en 2012 gemaskeerd.
Zo ligt het overigens ook in de Nederlandse politiek. De Partij van de Arbeid heeft zijn ‘working class’ veren in de afgelopen decennia afgeschud. De linkse partijen slagen er ook gezamenlijk niet in een wervend alternatief te bieden, gevoed door kleinzielig electoraal opportunisme (nu weer sterk aanwezig bij GroenLinks). De groeiende onvrede over de sociale verhoudingen vertaalt zich daarom vooral in rechts-populistische standpunten (tegen migratie, tegen Europa). Ook in Nederland, en meer algemeen in West-Europa, dreigt dus een situatie te ontstaan waarin links niet meer wil en kan winnen.

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink.